Waarom jullie een bedankje verdienen
Dat jullie allemaal toffe mensen zijn, daar twijfelen we uiteraard al lang niet meer aan. Maar sinds kort heeft de blog zijn 100ste volger en daarom nemen we toch even een bericht de tijd om jullie welgemeend te bedanken om de verhalen zo massaal te volgen. Bedankt!
Zo, dat is dan ook vanuit de grond van ons hart gebeurd,…
Maar loop nog niet weg: het Zuid-Afrika verhaal is immers nog lang niet gedaan. Als preview zijn dit alvast drie titels van opkomende blogposts.
- The Rocketshower
- Zonnecrèmeracisme
- Waka Waka (ik ben zeker dat hier een aantal mensen op zitten te wachten. Waarom? Dat kom je binnenkort te weten.)
Daarnaast weten we ondertussen allemaal dat Marianne de armen van haar lijf werkt, maar ik vermoed dat jullie stiekem denken dat ik – de luie donder – enkel in mijn hangmat hang en blogposts tik. Niet (helemaal) waar! In de toekomst moet ik dat dringend eens rechtzetten.
En naast verdere ongein en hersenspinsels over Zuid-Afrika, krijgen jullie ook nog een fotoreisgids van ons deel van Zuid-Afrika. Handig voor mensen die op bezoek komen naar deze prachtige regio! Of voor de mensen die willen zeggen ‘hé, daar ben ik ook geweest.’
Blijf dus vooral lezen en commentaar geven.
We sluiten deze blogpost af met een ziekenhuisanekdote die Marianne me onlangs vertelde.
Een ziekenhuis is een interessante plek waar honderden anekdotes en verhalen te sprokkelen zijn. Soms vrolijk, soms storend, soms erg triest. Maar er is altijd een zonnige kant want het stelt je in staat om af en toe het een en ander te relativeren. Denk dus aan volgend verhaal als je straks nog eens een tijd moet wachten in het ziekenhuis of geen eenpersoonskamer te pakken krijgt.
Twee mannen liggen naast elkaar in een ziekenzaal, laten we ze voor de gemakkelijkheid even John en Justice noemen. John en Justice hebben allebei een ziekte (die in het ziekenhius vooral niet HIV genoemd mag worden.) Marianne onderzoekt Justice. Goed nieuws, want hij ziet er al een stuk beter uit en mag eigenlijk naar huis. Maar Justice is terughoudend: hij wil pas naar huis als zijn hoest over is. Daarom schrijft Marianne hem een hoestsiroop voor.
De andere patiënt, John, praat vlot en is erg vriendelijk, maar weegt dankzij zijn ziekte nog maar 38 kilo. Marianne wil verder gaan met haar zaalronde, maar John vraagt haar terug. ‘Mag ik alsjeblieft ook hoestsiroop?’, vraag hij.
Marianne geeft aan dat het voor hem niet zinvol is om hoestsiroop te slikken: hij heeft al een aantal andere behandelingen lopen die hem beter zullen maken. John bedankt haar voor het advies en Marianne gaat verder.
Een dikke tien minuten later komt Justice in allerijl naar Marianne toegelopen. John was naar de wc gegaan en kwam maar niet terug. Justice is hem dan maar gaan zoeken en vond hem. Dood in de wc. Tien minuten nadat John, uiterlijk vrij gezond en zonder reden om dood te gaan, vriendelijk en rustig naar hoestsiroop had gevraagd, was hij gestorven.
Het moet zwaar zijn voor Justice om geconfronteerd te worden met de dood van John. Ze hadden immers allebei dezelfde ziekte en lagen al even naast elkaar in de kamer. Marianne kijkt of er nog iets kan gedaan worden voor John, maar dat is niet het geval. Justice, die in België misschien psychologische hulp zou krijgen omdat hij een dode man vond in de wc, keert terug naar zijn bed en gaat daar zitten. Hopend dat het allemaal in orde komt voor hem.
… en de dokter? Die moet voortwerken.
Leave a Reply