Zo voelt het om een rockster te zijn
Als het zaterdag is, dan is dit Johannesburg.
Het is een hectische week. Op drie dagen rij ik van Rietvlei naar Johannesburg, van Johannesburg naar Durban en vlieg dan naar Kaapstad. Een reis rond Zuid-Afrika met te weinig tijd.
Zo moet het voelen om een rockster te zijn.
Mijn eigen rocksteraspiraties zijn jammer genoeg even on hold gezet door een kapotte gitaar, maar er is verlichting op komst: met vier personen gepropt in een kleine CITI golf, hebben we 800 kilometer en zeven uur gereden en nu sta ik in een stadium in Johannesburg.
Sterker nog: Ik sta voor het eerst in mijn leven in een stadium. Het gigantische FNB-stadium waar nog maar pas de herdenkingsviering voor Mandela werd gehouden en de plaats waar in 2010 de finale van het WK voetbal is gespeeld.
Rondom mij staan 60.000 mensen. Allemaal aan het wachten op die ene rockgod (wiens gitaar niet kapot is, vermoed ik). Allemaal aan het wachten op The Boss.
Bruce Springsteen
Er is iets geruststellend aan een stadium met 60.000 mensen. Alsof we zo als mensheid bewijzen dat we nog altijd en masse samen kunnen komen zonder elkaar de kop in te slaan.
En nu staan we hier. Front Row Standing (ticketprijzen vallen in ZA best nog wel mee). En dan komt Bruce op.
Nu moet je weten dat ik niet zo’n concertganger ben. Niet omdat ik het niet leuk vind, maar omdat het er nooit echt van komt. Maar ik zei altijd tegen mezelf: als ik één concert wil zien, dan is het Bruce Springsteen. Zijn live reputatie is uitstekend en de E-streetband, (zijn ‘begeleidings’band) is fenomenaal.
Hij start met een cover van ‘Free Nelson Mandela’ en het stadium ontploft. De energie spat van het podium. Een geboren entertainer die Bruce.
Hierboven een professionele opname van “Free Nelson Mandela” van zijn optreden in Cape Town, maar een kniesoor die daar moeilijk over doet: ik vermoed dat het ongeveer hetzelfde klonk in Johannesburg. En de gitarist met het petje die daar gek gaat tijdens een solo? Dat is de gitarist van Rage Against The Machine, die blijkbaar ook in de E-street band zit.
Na een uurtje begint het te regenen, hard te regenen. Maar laat dat de pret niet drukken: de hele staanzone danst alsof ze het water eigenhandig kunnen stoppen. Bruce stapt in de regen en zingt doornat mee met het publiek. Als hij zin heeft, wijkt hij af van de setlist en pikt hij wat bordjes met verzoeknummers uit het publiek. Hij begint een random nummer te zingen en zijn band valt direct in. Respect.
Het was een prachtig optreden. De man is ondertussen 64, maar hij staat te springen en te dansen alsof hij 20 is. Druipend van het zweet.
Wauw Bruce.
Als nu Simon & Garfunkel nog eens samen zouden optreden en Monty Python een reunie wil houden in Zuid-Afrika in plaats van in de O2 arena in Londen, dan heb ik alle performers op mijn essentieel verlanglijstje te zien gekregen. Ik vrees alleen dat die laatste twee optredens een stille hoop zullen blijven.
Maar qua stadium rock en pure performance heb ik het toch maar mooi gehad en ben ik vrij zeker: Bruce heeft zijn bijnaam ‘The Boss’ niet gestolen.
Daarna – hop – in de auto voor een zeven uur durende rit naar Durban om daar een vlucht naar Kaapstad te nemen. Waarom in godsnaam? Dat is voor een volgende blogpost.
Voor de Bruce-fans, geef ik hieronder nog een paar leuke dingetjes mee:
- Linkje naar de setlist
- Een professionele opname van de akoestische soundcheck die hij in Johannesburg deed een uur of drie voor het concert voor de paar honderd aanwezigen. Mooi!
Leave a Reply